Zondag 10 juli, van Epernon naar St. Hilaire

13 juli 2011 - Dangé-Saint-Romain, Frankrijk

 

Zondag 10 juli, van Epernon naar St. Hilaire Gravelle (123 km)

De zusters van St. Thomas zwijgen voornamelijk, alleen het hoognodige wordt fluisterend gecommuniceerd. Aan de ontbijttafel zijn we bang om te smakken en je hoort de koffie door je keel klokken. Naar Chartres is nog maar 30 km over een vlakke route langs de rivier de Eure. Vanuit de verte doemen de torens van de kathedraal op. De kathedraal is in alle opzichten zeer indrukwekkend. Het is de eerste kathedraal in de geschiedenis met steunberen. Het beeldhouwwerk zowel aan de buitenkant als binnenin het gebouw is prachtig. Binnen zijn de vele gebrandschilderde ramen te bewonderen met de beroemde overheersende blauwe kleur. Meestal stralen kathedralen de macht van de kerk of de wereldlijke overheid uit. Maar in Chartres ademt het geheel wel een enorme grandeur uit, maar is dat een zeer menselijke uitstraling. Al die duizenden, misschien honderdduizenden kunstenaars en ambachtslieden, zowel beeldhouwwerkers als glazeniers en houtsnijwerkers, hebben er gezamenlijk iets geweldigs van gemaakt. Het is als een enorm orkest, waar het geheel telt, maar waar elke partij toch belangrijk is en waar iedere musicus zijn eigen inbreng heeft. Verder vindt je in deze kerk een zeer belangrijke relikwie: een stukje van de mantel van Maria. Opeens begint het orgel te spelen, deze keer wel "live". Ik ben niet zo'n liefhebber van kerkorgel, maar deze organist wist me meteen voor het instrument te winnen. Hij/zij speelde iets 20ste eeuwse muziek, het klonk modern en toch melodieus. In de muziek hoorde je het orgel eerst zoemen, dan loeien, dan weer babbelen en zingen. Heel speciaal.

Chartres is verder een mooie stad, veel gebouwen zijn van Middeleeuwse oorsprong. De straatjes om de kathedraal heen zijn gezelligge winkelstraatjes.

Om half drie verlaten we Chartres en fietsen we weer door dat immens grote Franse platteland. Kilometer na kilometer, dorpje na dorpje trekken we zuidwaarts. Af en toe zien we patrijzen, een paar keer een hert, een bever. Bonneval en Chateaudun zijn mooie plaatsjes op dit stuk van de route. Tegen zevenen besluiten we in Chateaudun te gaan eten. In St. Hilaire hebben we vanmiddag ons overnachtingsadres geregeld en dat ligt 7km verderop. Ook met een glaasje wijn bij het eten draaien we onze hand niet om voor dat laatste klimmetje, vinden we. Maar als Roel het adres van de auberge in zijn garmin wil zetten, blijkt dat het dorpje verderop St. Hilaire sur Yerre is en dat wij naar St. Hilaire Gravelle moeten en dat is nog 30 km verder. Het worden erg lange kilometers, het wordt al donker. Gelukkig hebben Roel en Pien licht op de fiets. Moe, doodmoe, komen we om half elf aan in onze auberge in St. Hilaire Gravelle.

 

Foto’s